zaterdag 13 september 2014

80km voor biogas!


Op onderstaande foto zie je Indonesisch expeditielid Shally, mijzelf, Johanna en haar zus Maria (van rechts naar links). Op de achtergrond maakt Mama een kokosnoot open, die gaat ze gebruiken om de rijst meer smaak te geven.

Zoals je ziet verschillen wij niet zoveel van de andere kant van de wereld. In deze hut in Kendautana wordt gezellig samengeleefd met het hele gezin. Zij hebben elke dag goed te eten (rijst, groente, een gebakken ei en met hoge uitzondering een kip). De kinderen gaan ook gewoon naar school. 's avonds wordt er vergaderd of muziek gemaakt in het buurthuis. Zij leiden een gelukkig leven!

TOCH WIL IK GRAAG ZOVEEL MOGELIJK DONATIES VOOR BIOGAS!!! WAAROM?

Hierboven zie je de mama van het gezin koken. Zoals je ziet heeft ze een zaklamp vast. Dit komt omdat het hier elke dag vanaf 18:00 aardedonker is. Dagelijkse bezigheden als koken moeten dus met weinig licht gebeuren. Op de 2e foto zie je de olielamp die het huis zou moeten verlichten. Dit zwakke vlammetje doet echter helemaal niks. Op de 2e foto zie je direct ook hoe zwart de muren van de hut zijn. Er wordt namelijk BINNEN gekookt op HOUTVUUR. Het is ontzettend slecht om dit elke avond opnieuw te moeten inademen. Zeker voor de Mama die steeds met haar gezicht boven het vuur hangt. 

Maar ook deze kleine staat regelmatig bloot aan de vieze as en rook. Biogas kan hier een groot verschil betekenen. Kendautana's cultuur moet zeker behouden worden, en laat het eiland alsjeblieft nooit in het nieuwe Bali veranderen, met hoge hotels en verwesterde Sumbanezen. Maar het brengen van biogas zorgt voor : Schoon gas om op te koken! Verlichting in de avond zodat de Mama's gemak hebben bij het koken en het verzorgen van hun baby's en kinderen in de avond en zodat zij langer door kunnen gaan met weven, waarmee zij een bijdrage leveren aan de inkomsten in huis. En met biogas kunnen ook de kinderen 's avonds studeren. Toen wij op een school in Lewa aan een klas van 30 leerlingen vroegen wie er thuis electriciteit had, stak niemand zijn of haar hand op. Toch een hele andere wereld! 

En als dat nog niet genoeg voordelen zijn.....

Een biogas installatie maakt van MEST niet alleen  maar ook BIOSLURRY. En dat bevat veel meer mineralen dan mest. De gewassen groeien hierdoor 3x zo goed. Een economisch groot voordeel! 

In Kendautana weten ze al hoe ze een biogasinstallatie moeten bouwen. En het is hard werken! Een gat uithakken (Met enkel een hamer en een bijtel). Puin afruimen in emmertjes, beton maken met enkel een schep om te malen.. en nog vele andere klussen voor zo'n installatie er staat. Er komt dus alleen een installatie wanneer de mensen zelf gemotiveerd genoeg zijn en ze bereid zijn deze arbeid te leveren. 

Jij hebt het een stuk makkelijker!!! Jij hoeft alleen maar te doneren via : https://onepercentclub.com/en/#!/fundraisers/105 ! 

Omdat het neerzetten van biogasinstallaties veel arbeid kost, loop ik vanavond 80km ongetraind tijdens de 80 van de langstraat. Zo doen we allemaal wat: Sumbanezen staan 2 weken in de zon te bikkelen! Ik loop samen met mijn moeder, tantes, oom, en nicht de 80km in de blauwe T-shirts van Sumba Iconic Island (HIVOS) en jij doneert!!!

Strak plan toch!!

zondag 7 september 2014

maandag

Lieve allemaal,
Ik heb helaas niet zoveel kunnen bloggen als dat ik had gehoopt. Ik ben desondanks van plan alles wat ik heb meegemaakt hier nog wel de komende tijd te delen. Voor nu wil ik jullie toch een preview geven.

Maandag hebben wij meegebouwd aan een biogasinstallatie. De organisatie hivos werkt als volgt: wanneer iemand in het dorp een biogasinstallatie wil dan dient hij er zelf voor te zorgen dat er een diep gat wordt gegraven. Hij regelt zelf zand, water en stenen.  De elementen die voor een installatie nodig zijn en natuurlijk heeft hij het nodige vee. Hivos komt tegemoet in het cement bepaalde tools en de kennisoverdracht.

Het was bijzonder te zien met hoeveel interesse de mannen uit het dorp aan deze installatie werkten. Iedereen de schouders eronder en wij als expeditie leden mochten daarin deel zijn. Beton maken zonder betonmolen,  een gat van 3 bij 3 meter hakken in een rotsachtige kalkbodem..zeker niet de makkelijkste klusjes, maar het moest gebeuren om in de toekomst te kunnen genieten van elektriciteit in hun woningen.

Diezelfde dag gingen wij richting het strand waar de vissers werkten. We hebben geleerd hoe je een visnet repareert en gingen vervolgens de zee op om een vis te vangen aan een lijn. In ons bootje was echter geen lijn aanwezig dus wij waren gewoon lekker aan t rondvaren met onze sumbanese roeiers, die daan en willem bleken te heten. Alla "wie is de mol meets titanic" stond ik met mijn armen gespreid in de houten constructie om over het water de zon te zien glinsteren met de silhouetten van de andere bootjes. Fantastisch!

Dinsdag ochtend zouden we weer verder. Ik had een mooie rok gekocht die door een mama van het dorp Kendautana was geweven. Na de groepsfoto sprong ik van de veranda af en bleef die mooie lange doek natuurlijk aan de enige uitstaande spijker van het huisje hangen. Omdat dit ongeluk mij in dit dorp was overkomen moest er eigenlijk meteen een big geofferd worden, maar omdat ik niet zo goed blijk met offers en dit ongeluk op ongeluk zou betekenen wegens kans op flauwtes en ik daarmee de hele veestapel zou moeten laten offeren heb ik een andere mooie handgeweven doek gekregen die mij geluk moest brengen voor de rest van de reis. Natuurlijk struikelde ik nog wel even over een steen opweg naar de auto. Waarbij het hele dorp natuurlijk hard moest lachen.

Wij gingen opweg naar Pak Made, de boer die rijk is geworden van zijn biogasinstallatie. .....

woensdag 3 september 2014

zondag mata ada dua.

Zondag, Kendautana. - mata ada dua

Met het propeller vliegtuig naar Sumba en vliegen over lombok en sumbawa was al een leuke ervaring,  konden wij weten dat we diezelfde zondag nog rijst zouden stampen voor het avondeten.

Onze reis begon met het ontvangst in Tambolaka. We werden opgewacht door de camera ploeg, waardoor de bevolking moet hebben gedacht dat we celebs uit een vreemd land waren.  Na een korte lunch in de ' stad ', waar de huizen van steen zijn en iedereen aangesloten zit op het elektriciteitsnetwerk dat draait op diesel, zijn we met onze 5 auto's en chauffeurs die ons rijden tijdens de hele expeditie naar het dorp Kendautana gereden. We reden flink door terwijl ik graag bij elke bamboe hut even had willen stoppen voor een foto. Er gebeurde daar zoveel. Kinderen werden in de teil gewassen, er was een offerfeestje langs de weg, grote grafmonumenten naast de voordeur, er werd bestraat, en oo verandas gehangen.  Elke hut bracht een nieuwe verrassing en ondertussen trokken we steeds verder richting het westen van sumba. Tot de weg versperd werd door de inwoners van het dorp Kendautana.

De man vooraan op de foto vraagt namens ons toestemming aan het dorp om binnen te treden. In een dans met veel gegil en uitdagingen blijkt dat we worden toegelaten. Terwijl wij deze hele situatie enthousiast maar enigszins opgelaten aan het filmen waren, zagen we de toeschouwende inwoners juist ons filmen en fotograferen met hun smartphones! Na deze dans werd ons een handgeweven sjaal en een doosje betelnoten aangeboden en werden we verzocht het 'dorpshuis/uma pege'
 te betreden, hier kregen we snacks, koffie( half glas suiker, half glas koffiepoeder aangelengd met water) of thee (evenveel suiker) aangeboden om vervolgens weer naar buiten te gaan om naar het offer te gaan kijken dat onze aankomst moest vieren. Ook dit gebeurde in een dansact waarbij een aantal mannen rond het varken liepen en af en toe een speerpunt in het beest staken, onder gejuich van de omstanders, dit was wel erg zielig al leek t varken steeds alleen even op te schrikken van de plotselinge steek om vervolgens verder te grazen. Het werd echter wel een steeds onsmakelijker gezicht en het duurde ook vrij lang, waarbij steeds meer bloed uit de gaten gutste (heel zielig,  maar voor de mensen hier zijn dieren niks meer dan eten). Ik was echter de gene die eerder door mijn poten zakte dan het varken want ik was langzaam misselijk en licht in mijn hoofd geworden waardoor de wereld toch even uit ging. Ze hebben toen direct het varken weggetrokken om te gaan barbequen op het houtvuur en natuurlijk sta ik nu op verschillende smartphone filmpjes van de omstanders, haha. 

De mannen gingen mee vlees bakken en alvast meewerken aan het gat in de grond waar de eerste biogas installatie van het dorp moest komen. De vrouwen werden verdeeld over de verschillende mamas om de rest van het eten voor te bereiden. Ik moest in een hutje gaan zitten met een bakkie maïs. De maïskorrels moesten per ong. 4 op een platte steen gelegd worden om vervolgens met een andere steen te worden geplet. Simpel klusje toch? Ondertussen hadden een tiental kinderen zich om de veranda van de hut verzameld en lachte ze mij hard uit omdat ik het tempo van een dode slak had en soms te hard met de steen sloeg. De 7 jarige Johanna kon het in ieder geval een stuk beter. Ze schoof de maïs korrels op de steen terwijl ze met de andere steen in haar hand naar beneden zwaaide waarbij ze steeds net niet haar eigen vingers raakte. Tak-tak-tak! Ondertussen moest Shally, een van de Indonesische expeditieleden, de rijst uitkleden door het in een houten pot te gieten en daar vervolgens met een lange houten stok in staan stampen.  Ook zij bakte er niet veel van, waardoor we eigenlijk niet echt iets aan het eten hebben kunnen toevoegen. Johanna en de andere kinderen heb ik wel een beetje Engels kunnen leren zoals : I have 2 eyes, I have 1 nose etc. Omgekeerd weet ik nu dat : mata ku ada dua de vertaling is van ik heb 2 ogen, een echte ijsbreker wanneer je in de oncomfortabele situatie zonder vertaler stilzwijgend tegenover een aardige sumbanees staat . 

Omdat ik maïs sloeg met het tempo van de NS, was het al bijna donker. Na het mengen en scheiden van de rijst en maïs snel de hut in waar al een pan op t vuur stond (lees mini inside kampvuurplaats) en de heer des huizes kwam een verse kip brengen die ik mocht slachten, wat mij na de ervaring met het varken niet helemaal een goed idee leek, dus deed hij het zelf. Dit was overigens de laatste kip van de familie.  De kip werd met veren en al op t vuur gelegd terwijl het maïs rijstmengsel in de pan verdween. 
Dit alles met behulp van een zaklamp die de mama bij haar hield en een kleine olielamp in huis, waar nauwelijks licht van kwam. Toen we uiteindelijk klaar waren en de pannen met eten richting de uma pege brachten zagen we een prachtige sterrenlucht, het voordeel van geen elektriciteit hebben. 

Voordat we daadwerkelijk aan het eten begonnen werden er eerst nog wat liedjes gezongen en stelde father Mike, de katholieke pater,  zich voor. Het eten, waarbij mannen en vrouwen appart moesten gaan zitten,  was ondanks de weinige middelen erg lekker. Voor ons werd het varken en de kip geserveerd,  normaal gesproken zouden ze alleen rijst eten.  Het vlees is namelijk erg duur. 

Na het eten volgde een uitgebreide discussie met father Mike en de chief van een aansluitend dorp (de chief van Kendautana was ziek) over biogas, maar dat verhaal werk ik thuis nog uit.

Voor wie zich afvraagt hoe die mensen hun mobiel opladen. Ze hebben een diesel generator die ze kunnen aansluiten op wat stekkerblokken, dit is opnieuw wel duur natuurlijk. 

Wij sliepen deze nacht heerlijk in de uma pege (ook wel het huis van de slimmere genoemd), op een dun matje op de bamboevloer. Om de volgende dag mee te kunnen helpen aan de  fundering voor de biogas installatie.